Zondag 23 april 2023 3e zondag van Pasen, Muiden

De twee mannen die van Jeru­za­lem naar Emmaus lopen,

zitten vol van hun eigen gevoelens.

Het is allemaal anders gegaan dan ze had­den gehoopt of verwacht:

Jezus, zo mach­tig in daad en woord, zo geliefd onder de mensen

was als de eerste de beste mis­da­diger aan de kant gezet en ter dood gebracht.

Het was allemaal niet te begrijpen.

Hoe had dit kunnen gebeuren?

Deze gevoelens zijn, denk ik, voor bijna ieder van ons wel herken­baar.

 

Als wij iets ergs mee maken,

zeker als het iets is wat we moei­lijk kunnen begrijpen en vatten,

over­komt het ons ook wel dat we als het ware

helemaal op­ge­slo­ten zitten in dat vre­se­lijke verdriet, die pijn

over wat er gebeurd is en we niet kunnen plaatsen.

Zo’n groot verdriet, zo’n pijn vraagt tijd,

tijd om de blik weer naar voren te kunnen richten..

 

Ze zeggen dat de tijd alle won­den heelt, dat is niet altijd waar,

maar wel wordt het anders door de tijd.

Wat altijd wel be­lang­rijk is: dat we met iemand kunnen praten

over alles wat is voor­ge­vallen.

We merken ook:som­mi­ge gesprekken helpen, andere juist niet.

De twee leer­lin­gen zijn eerst met elkaar in gesprek,

maar ze komen er niet uit, het is doffe ellende.

Dan mengt die derde, die vreem­de­ling zich in dat gesprek

en dan opent zich gelei­de­lijk een nieuw per­spec­tief.

 

Het is be­lang­rijker dat die ander met wie we erover kunnen praten,

goed kan luis­te­ren,

dan dat hij of zij de ant­woor­den weet.

Zo begint het ook in het evan­ge­lie vandaag.

Die vreemde man die bij de leer­lin­gen komt lopen,

zegt zelf eerst niets, hij begint te vragen, hij laat hen ver­tellen:

“Wat is er dan gebeurd?” en de leer­lin­gen krijgen alle tijd

om te ver­tellen hoe ze de gebeur­te­nissen hebben ervaren.

Daarna komt die vreem­de­ling pas met ant­woor­den, uitleg,

maar niet op een theore­tische manier,

Hij spreekt tot hun hart:

“Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak?”

 

Eigen­lijk is dit al iets om ter harte te nemen.

De manier waarop wij dingen, gebeur­te­nissen ervaren,

is niet de enig moge­lijke en soms ook niet de beste.

We moeten onze eigen negatieve gevoelens

niet belangrijker maken dan het is, er is meer!

Wie het wel eens heeft mee­ge­maakt kan bij­voor­beeld beves­tigen

dat als ons geloof een beetje is wegge­zakt,

we ineens weer geïnspireerd kunnen raken

door een nieuwe erva­ring op te doen, ons te laten in­spi­re­ren

door een mooie cursus, een bede­vaart, een bij­zon­dere vie­ring, een retraite,

een ontmoeting en noem maar op.

Alleen al de sfeer waarin we verkeren kan een heel negatieve

of juist een po­si­tie­ve invloed hebben

 

In het evan­ge­lie wor­den die terneer­ge­sla­gen leer­lin­gen

dus geïnspireerd en bezield door de woor­den van die vreem­de­ling

die bij hen kwam lopen en door een heel bezielde maaltijd

wanneer ze Hem herkennen aan het breken van het brood.

 

Zo werd de be­lang­rijk­ste bood­schap van heel de christen­heid,

dat centrale gegeven van ons chris­te­lijk geloof aan hen doorge­ge­ven:

De Heer is verrezen!

Hij is wer­ke­lijk verrezen!

Dat ging leven in hun hart.

Somber­heid en triest­heid maakten plaats voor vreugde en vrede.

 

Die centrale bood­schap van de ver­rij­ze­nis, dat fun­dament van ons geloof,

geeft ook aan dat het laatste woord dat over het leven van ieder van ons

zal wor­den ge­spro­ken, geen woord van aftakeling, ziekte en dood is,

maar een woord van leven, van eeuwig leven en eeuwige vreugde.

Van ons wordt eigen­lijk alleen gevraagd dat we ons aan dat woord,

die bood­schap van hoop en toe­komst,

van ver­rij­ze­nis en opstan­ding toe­ver­trou­wen,

niet alleen aan het eind van ons leven, maar ook tij­dens onze levensweg.

Want op die levensweg komen tal­loze momenten voor van het niet zien,

van verdriet en niet begrijpen en dan mogen we opstaan, vooruit zien,

ver­der gaan, ver­trouwen, want dat donkere duister

heeft niet het laatste woord, maar het licht en de vrede.

Heer, geef dat we dat mogen zien!

Dat is niet altijd ge­mak­ke­lijk, het gaat niet van­zelf dat we dan weer

dat gelovig en ver­trouw-vol per­spec­tief te pakken krijgen.

We hebben Iemand nodig die ons inspireert, iemand die ons hart laat bran­den, iets dat ons vuur geeft en onze ogen open doet gaan.

Laten we dus allemaal steeds op zoek blijven gaan naar dat vuur,

naar plaatsen en momenten die ons kunnen in­spi­re­ren en sterken om onze weg met Jezus te gaan.

AMEN