31 ste Zondag. Allerheiligen/Allerzielen. 31 oktober 2021 Muiden.

Er wordt verteld dat Paus Johannes XXIII gevraagd werd, ‘Gelooft u in het bestaan van de Hel?’ en dat hij antwoordde, ‘Ja, ik geloof in het bestaan van de hel. Maar ik geloof niet dat er zielen in de hel terecht zijn gekomen.’ Zou de ziel van Hitler niet in de hel moeten zijn, of Mao tse Tung, of Pablo Escobar, de grootste drugsbaron ooit enz. enz. ? Eigenlijk wat Paus Johannes daarmee zei was, ‘Het is niet aan mij anderen te oordelen, dat is aan God alleen’ Daarmee bevestigde hij wat wij in het evangelieverhaal van vandaag tegen kwamen: nl. de laatste con­frontatie van Jezus met zijn te­gen­standers voor hij door hen wordt gearresteerd en ter dood veroordeeld wordt. De vraag die Hem gesteld wordt is es­sentieel: Jezus, wat is het voornaamste gebod, waar draait het nu allemaal om in het leven? Het antwoord van Jezus is eenvoudig en ver­bluf­fend: het gaat in het leven om de Liefde, en de rest is allemaal bijzaak

Het gaat om Gebod en Liefde, om Wet en Hart: ‘Hoor, Israël! Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht. Gij zult uw naasten beminnen als uzelf (Mc 12:29) Het merkwaardige is dat de Liefde hier geldt als gebod, als hoogste gebod van de Wet. Dit lijkt in te gaan tegen onze gangbare opvatting voor wat betreft, de liefde. Liefde is immers iets van het hart; zij is spontaan, en moet vrij zijn, Liefdesdrang lijkt toch een natuurkracht die ons gegeven is om te spelen met wie en hoe en waar wij willen. Zo wordt vaak gedacht. Dat blijkt dus niet overeen te komen met de plechtige aankondiging van de liefde als eerste gebod van de Wet. Die aan­kondiging begint echter steeds met de woorden: ‘Hoor, Israël! De Heer is onze God’ (Deut. 6:4). En de woorden: ‘luister, Israël! en ‘Volbreng dit nauwgezet’. (Deut. 6:3). Horen en Luisteren zijn dus de voorwaarden voor echte liefde. Die liefde laat de stilte toe van het oneindige en onzegbare, Dat geld ook voor onze liefde tot de naaste en de allernaaste.

Voor Jezus zelf is Liefde het voornaamste gebod. De voornaamste eigenschap van liefde is, is dat je weet te luisteren. Je weet dat er van liefde geen sprake is, als de ogen van een ander tijdens het gesprek verveeld de andere kant opkijkt. Liefde is naar elkaar luis­teren, elkaar aandacht geven. Geliefden hoor je het vaak zeggen, als ze voelen dat hun liefde bedreigd wordt: ‘je luistert nooit naar me!’ Je weet dat er liefde is, als iemand met zo’n aandacht naar je luistert dat je voelt de ander écht in je geïnteresseerd is. Luisteren naar de bron van je leven. De Schriftgeleerde in het evangelie verhaal, is het daarmee eens, weet Marcus ons te vertellen. Hij versterkt Jezus argument zelfs, door dat Luisteren en die Liefde belangrijker te verklaren dan de offers in de tempel. Jezus noemt dat antwoord wijs, maar nodigt de man niet uit Hem te volgen. Want wijs zijn en inzicht hebben als het over Liefde gaat, is toch wat anders dan het ook nog eens te doén! Het Rijk God vraagt niet alleen om inzicht, het is ook altijd: ‘geloven-metterdaad’.

Vervolgens legt Paulus uit hoe de liefde tot uitdrukking komt. Hij formuleert geen more­le eisen, maar laat zien hoe een mens zich gedraagt die door de liefde is aangeraakt. Als de liefde de eigenlijke werkelijkheid in ons is, komt zij tot uiting in een goede handels­wijze: ’De Liefde is niet afgunstig, zij pronkt niet, zij schept zich net op. Zij handelt nooit ongepast, zij zoekt niet het eigen, zij laat haar woede niet tergen, zij draagt het kwade niet na. Zij verheugt zich niet over het onrecht, maar zij verheugt zich over de waarheid (1 Cor.13:4-6) .

Dus laten wij nu in het bijzonder en dankbaar herinneren allen die ons in het afgelopen jaar van ons zijn heengegaan, tezamen met allen dierbaren die die ons voor zijn gegaan in de dood en die ons lief en dierbaar waren, en wij hen. En dat doen wij met de als volgt.

 

Pater Jan Haen C.Ss.R.