28ste zondag door het jaar – B. 10 oktober 2021. Weesp

Wijsheid 7:7-11 en Hebreeën 4:12-13 en Marcus 10:17-30

Een rijke jongeman komt op Jezus toe, valt op zijn knieën, en noemt Hem: ‘beste meester’. Deze rijke moet gevoeld hebben dat rijkdom alleen het hart niet vult. Rijk-zijn maakt vaak leeg. Vergelijken met een hart vol wijsheid is rijkdom slechts stof (Wijsheid 7:9). De jonge man moet een diepe sympathie ge­voeld hebben voor de Meester uit Nazareth. Hij is de enige die Jezus zo noemt. Jezus kijkt hem lief­devol aan, en zei: ‘Ga alles verkopen wat je bezit; komt dan en vol mij’. Maria Magdalena, in haar gloedvolle liefde voor Jezus noemt Hem ‘Rabboeni, wat eerder betekent: Lieve Meester. Het gaat in beide gevallen om een diepe verstandhouding, niet zozeer van verstand tot verstand, maar veeleer van hart tot hart.

Het uitgangsgesprek van Jezus met de rijke jongeman is belangrijk om dit verhaal goed te begrijpen. In antwoord op de vraag: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven, verwijst Jezus hem naar de tweede tafel van de tien geboden: ‘Niet doden, geen echtbreuk plegen etc.’). Jezus had hiermee het gesprek als beëindigd kunnen beschouwen. Dat het gesprek verder gaat ligt niet aan Jezus, maar aan de rijke jongeman die zegt; ‘Meester, aan dat alles heb ik mij van jongs af gehouden’ ‘Wat ontbreekt mij nog, voegt Matteüs 19:20 hier in de geest van dit verhaal aan toe. Jezus reageert: ‘één ding ontbreekt het je nog: ga verkopen alles wat je hebt en geef het aan de armen, en je zult een schat hebben in de hemel, kom dan terug en volg Mij. De nadruk ligt niet op de verkoop van je boeltje, het gaat om de navolging van Christus, die pas mogelijk wordt als je je bezit kunt relativeren.

Het gaat er niet om dat de rijke jongeling zich aan de regels van de Ten Geboden houdt, Jezus gaat veel verder. Hij biedt de rijke jongeling aan om zijn leven helemaal te vullen met onvoorwaardelijke liefde en trouw. Jezus verzekert hem dat het achterlaten van je bezit geen werkelijk verlies voor je zal betekenen. Maar dan gaat de rijke jongeling ver­drietig weg, want hij was wel superrijk! Zijn rijkdom hindert hem niet om naar de hemel te gaan, maar het belemmert hem wel dat hij zich aansluit bij de kring van de leerlingen van Jezus. En volkomen logisch reageert Jezus: ‘Wat is het toch moeilijk voor rijke mensen Gods Koninkrijk binnen te gaan!’. En voegt Marcus eraan toe: ‘Voor een kameel is het zelf gemakkelijker door het oog van de naald te gaan, dan voor rijk mens om het koninkrijk Gods binnen te gaan’ En ik hoor Jezus denken: ‘beste man, als je echt vindt dat je méér moet doen, dan blijft er maar één ding over. Maar je gaat met je vraag wel tot het uiterste, en dan krijg je van mij ook een uiterst antwoord.

Wil toch weten hoe je leven een blijvende waarde krijgt? Naarmate je meer achter je laat, des te dichter sta je bij God. Die bulten, he? Die zitten een mens dwars. En ik denk aan bijvoorbeeld al die missionarissen die zich inzetten voor mensen in de Derde en Vierde Wereld. Ze bezitten niets en vragen niets voor zichzelf. Daarom kunnen wij ook zoveel van ze leren. Ze zijn hun bulten kwijt. Misschien dat zij wat gemakkelijker door het oog van de naald kruipen. En ik denk aan de Belgische pater Damiaan. Hij koos voor het lot van de melaatsen. Hij kwam met niets naar het eiland, waar mensen in chaos leefde. Een gemeenschap van uitgestotenen. Hij koos hun zijde en bracht orde en vrede op het eiland. Tot hij zelf melaats werd en op nog jonge leeftijd stierf. Het beeld van hem is het enige beeld van een buitenlander die het Capitool in het Amerikaanse Washington siert. En wij, wat maakt ons écht gelukkig als het gaat om onze levensinzet?

Wij bouwen steeds grotere graanschuren. Jezus horen we zeggen: ‘Dwaas, nog deze nacht komt men het leven van je opeisen!’ Wat heeft het voor zin om het ene na het andere huis op te kopen, en het ene stuk grond na het andere? Dwaas zijn we, want ieder van ons komt tenslotte terecht in ’n piepklein stukje grond, waarin net plaats is voor een doodskist! Wat heeft het voor zin om zo achter geld aan te gaan dat je op het einde van je leven net voldoende hebt om je cardioloog te betalen?

Wat is nu écht belangrijk in mijn leven? Jezus waarschuwt scherp tegen de gevaren van rijkdom en de hang naar bezit. Niet dat geld en bezit zo slecht zijn, maar het gevaar is groot dat ze geen middel om te leven, maar einddoel van je leven worden. Bij het zoeken naar écht menselijk geluk, zegt Jezus, moet je zelfs door een oog van een naald kunnen! De weg die Jezus ons wijst is glad en glibberig. De wereld, en ons eigen leventje trouwens ook, moet door het oog van een naald kunnen. Geen keuze voor de brede weg van rijkdom en bezit, maar de smalle weg van Jezus, die vaak meer heeft van een kruisweg dan van een triomftocht. Die smalle weg van God verdraagt geen compromis. Het is kiezen voor of kiezen tegen! Wat heb je als mens nodig om te kunnen leven? De enige grond die je écht nodig hebt, is de grond van je eigen bestaan: God vinden in de mensen om je heen. Het is de enige plaats waar je hart écht tot zijn recht komt.

Pater Jan Haen C.Ss.R. en Pater Ambro Bakker S.M.A.